Mirjam Sprenger

In het Zicht van de Ene (2008 )

Dit is het tweede boek dat ik schreef voor de wedstrijd van Uitgeverij Charish. Het moest gaan over elfen en een Heilige Berg.

De woudelfen leven in hun uitgestrekte wouden in relatieve vrede met de mensen en de dwergen. Yaru, een jonge elf, ligt regelmatig overhoop met de Hoge Menions, de elfenpriesters. Als Yaru naar aanleiding van een vage aanwijzing van zijn dryade (zijn raadgeefster) in een meer gaat zwemmen, is de maat vol. Hij wordt verbannen en mag nooit terugkeren naar het dorp. Yaru is totaal van slag, en zoekt gezelschap bij de mensen. Hij sluit vriendschap met Barn en Teresa.

Ondertussen graaft Holsorn de dwerg een nieuwe diamantmijn. Het lijkt er echter te spoken en hij zoekt hulp bij Nemmalka. Zij verdenkt zwarte magiers die de laatste tijd hun griezelige praktijken in haar stad uitvoeren. Ze infiltreert in een groep en maakt kennis met de kracht van zwarte magie.

Yaru, Barn en Teresa gaan op zoek naar Sehonnoi, die volgens hen hulp zou kunnen bieden bij hun problemen. Er heerst namelijk een ziekte bij de elfen, waardoor ze misvormd raken of zelfs sterven.Sehonnoi is jaren geleden ook verbannen en daardoor een lotgenoot van Yaru. Yaru hoopt dat Sehonnoi advies kan geven. Als hij Sehonnoi vindt blijkt deze niet erg behulpzaam. Na enkele spannende avonturen raakt Sehonnoi overtuigd van hun bijzondere taak, en gaan ze op zoek naar de Heilige Berg waar de Oer-Dryade zou leven. De mythes zeggen dat zij de schepster is van alles dat leeft en dat zij de ware zoeker zal helpen. De reis is lang en zwaar en het is maar de vraag of de Oer-Dryade degene is die hen kan helpen. Nemmalka en Holson vechten ondertussen hun eigen strijd uit, Nemmalka met de roep van de zwarte magie, en Holson met de afschuwelijke bedreiging die boven zijn dorpje hangt.

Voorkant Zicht van de Ene